Documentaire ‘Alles komt terug’ over Joodse werkkampen tijdens WO II toont de dubieuze rol van de Amsterdamse Sociale dienst

Affiche ‘Alles komt terug’

In de documentaire ‘Alles komt terug’ wordt de onderbelichte geschiedenis van de Joodse werkkampen in Nederland verteld door een van de laatste Holocaust-overlevenden Max Stodel uit Amsterdam. Zijn verhaal is omlijst door fragmenten van brieven door lotgenoten uit de kampen, verhalen van ooggetuigen en ontluisterende bevindingen van onderzoekers. Max Stodel is een paar maanden na de opnames eind 2018 in Los Angeles overleden.

In de jaren dertig van de vorige eeuw liet de Rijksdienst voor de Werkverruiming zo’n vijftig zogenaamde werkverschaffingskampen bouwen en inrichten voor werkloze arbeiders. Zij werden ingezet bij de ontginning van de heidevelden en voor de aardappeloogst, vooral in het oosten van het land.

 

Eind 1941 kregen Joodse Nederlanders, in het kader van de ‘arisering’ van de samenleving, een beroepsverbod van de Duitse bezetter. Als werklozen kwamen ze onmiddellijk in aanmerking voor de werkverschaffing. Januari 1942 liet de Duitse bezetter de niet-Joodse werklozen uit de kampen vertrekken en tegelijkertijd werden werkloze Joden uit Amsterdam en andere steden en dorpen opgeroepen om zich te laten keuren.

 

Op 10 januari 1942 vertrok een eerste transport met ruim 900 honderd Joodse werklozen vanaf het Centraal Station in Amsterdam naar Oost-Nederland. Vanaf januari tot oktober 1942 werden meer dan vierduizend Joodse mannen uit de grote steden door de Gewestelijke Arbeidsbureaus (GAB) voor de kampen opgeroepen. Hierbij speelde de Amsterdamse Sociale Dienst een dubieuze hoofdrol. Zij had in opdracht van de Duitsers de Joodse Amsterdammers geselecteerd in haar bestanden, hield de administratie bij en verzorgde het transport tot in de werkkampen. De meesten vertrokken ‘vrijwillig’, na met dreigende taal onder druk te zijn gezet door de Nederlandse instanties en de Joodsche Raad.

 

Op 3 oktober 1942, tijdens de belangrijkste Joodse hoogtijdag Jom Kippoer, werden alle bewoners van de Joodse werkkampen onder begeleiding van de Grüne Polizei naar Westerbork gebracht, terwijl tegelijkertijd hun familieleden in de steden werden opgepakt en met de spoorwegen naar Westerbork werden vervoerd. Bij elkaar ging het om ruim 11.000 personen. Vanuit Westerbork werden zij de volgende dagen naar Auschwitz en Sobibor getransporteerd. Slechts weinigen konden vluchten en overleven.

Productie

De documentaire is een coproductie van Great Expeditions, BosFilm en de Joodse Redactie van de Evangelische Omroep.

Onderstaande foto’s zijn geplaatst met dank aan Ronald Bos.

google+

linkedin